Sinds 15 november 2022 houdt BAAC, in opdracht van de gemeente Waalre, zich bezig met archeologisch onderzoek in Waalre naar aanleiding van de herinrichting van de Eindhovenseweg en het Dorpshart van Aalst.

Het plangebied in het dorpshart van Aalst bevindt zich op lage zandgronden en op een dekzandrug. Dit zijn altijd zeer interessante bodems geweest om op te gaan wonen, en er kunnen dan ook archeologische resten worden verwacht van de vroege prehistorie tot en met de recente historie. De civieltechnische werkzaamheden bedreigen eventueel nog aanwezige archeologische resten, waardoor deze voorgoed verloren zouden gaan. Om die reden voert BAAC een opgraving (variant archeologische begeleiding) om deze archeologische informatie ex situ (uit context) te behouden.

Michiel de Ruyterstraat en omgeving

Op dit moment zijn wij bezig bij de Michiel de Ruyterstraat en omgeving. In het kader hiervan hebben wij net de werkzaamheden aan de Piet Heinstraat afgerond. Hier is een sleuf gegraven ten behoeve van de aanleg van nieuwe riolering. De werkzaamheden hebben in drie fasen plaatsgevonden. De rioleringssleuf is ongeveer 2,5 m breed en 1,0 m diep ontgraven (afb. 1). Locaties met een concentratie van kabels en leidingen zijn overgeslagen om overlast voor de bewoners te vermijden.

Archeologisch onderzoek

Tijdens het archeologisch onderzoek wordt natuurlijk gelet op de aanwezigheid van vondsten (denk aan scherven aardewerk, metaal, glas etc.). Maar we kijken ook naar de bodemopbouw, die ons veel vertelt over de manier waarop de ondergrond is gebruikt in het verleden. Tevens wordt scherp gelet op de aanwezigheid van grondsporen. Een spoor manifesteert zich door een verkleuring in de grond en kan zijn ontstaan door (onder andere) een ontgraving, of door een houten paal of structuur die daar ooit heeft gestaan. De ouderdom van een spoor is soms lastig te achterhalen, maar kan onder andere worden bepaald door te kijken naar: de kleur van het spoor, de diepte waarop het spoor is aangetroffen, en eventuele aanwezige vondsten in het spoor.

De bodemopbouw onder de huidige bestrating bestaat uit één of meerdere akkerlagen bovenop de circa 1 meter diepe natuurlijke ondergrond (B- en C-bodemhorizont, afb. 2). De akkerlagen bevinden zich direct onder de wegdek en hierin zijn enkele aardewerkscherven aangetroffen die dateren uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd. In de natuurlijke ondergrond kunnen de spitssporen nog worden herkend die door landbouwactiviteiten zijn ontstaan (afb. 3). Behalve deze grondsporen zijn in totaal vijf paalkuilen aangetroffen. Deze paalkuilen zijn waarschijnlijk afkomstig uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd en hangen mogelijk samen met de spitssporen.

In de lengte van de Piet Heinstraat zijn dus enkele archeologische resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd aanwezig!

Het ontgraven van rioleringssleuf

Het ontgraven van rioleringssleuf

Stratigrafie: de “oude” rioleringssleuf in het midden, akkerlagen (donkere lagen) en C-horizont (geel zand)

Spitssporen door B- en C-horizont

Meer nieuws